§ 6. Aanbouwen aan de vroegste St Jan.
Een toren ~ Een doophuis.
Een tweetal aanbouwen of vergrootingen van de oorspronkelijke St Jan moeten hier nader onderzocht en besproken worden, 't Zijn de toren, (want de Romaansche kerk is, zooals hiervoor reeds gemeld, aanvankelijk zonder toren ontworpen en gebouwd,) en de kapel aan 's toren voet.
Van den toren sprekende, bedoel ik de tegenwoordige onderste steenen helft, die in „Romano-Gothiek” of in overgangsstijl, (samenstellingen van rondbogen en spitsbogen) gebouwd is. De bovenste helft, (onvermengd, maar ook onfraai gothiek!) is van veel later tijd.
De toren wordt, in het oudste van onze kerk gewagende charter van 1222, selbst-verständlich niet vernoemd, omdat hij pas na dien tijd gebouwd is.
Afb. 11bis. Bovenste helft: (a.) Westelijk einde der kerk met Lieve Vrouwe-kapel. Onderste helft: (b.) Uit de lijnen der Lieve Vrouwe-kapel is de vorm van het vier-kante doophuis getrokken, dat de laag-beuken der Romaansche kerk natuurlijk geheel vrij liet.
Volgens eene vriendelijke mededeeling van Ir Dr Stan Leurs, professor aan de Gentsche Universiteit, zou men den toren op omstreeks 1240 kunnen dateeren, en wel op grond van het baksteen-materiaal, de spitsbogige sluiting der vensters, het aanwezig zijn, in de raamomlijstingen, (tusschen zuiltje en rollijst) van een eenvoudigen ring, de gevorderde vorm der kapiteeltjes en de vergelijking met andere bouwwerken uit datzelfde tijdperk.
De kolossale toren rees op een grondvlak van 12 x 12 Mr tot een oorspronkelijke hoogte van ongeveer 38 Mr, (het verdwenen torendak inbegrepen) omhoog. 't Is een der oudste en grootste en eerbiedwaardigste torens van Noordbrabant. De dubbele rijen lichtvensters maken, vooral overhoeks gezien, en de oorspronkelijke hoogte in 't oog houdend, een machtigen indruk.
Zijn bouwmeester zal een Westfaler of